Ecologie
  • ecosysteem, biotoop, levensgemeenschap, habitat, niche, biotische-abiotische factoren;
  • consumenten, reducenten, producenten; voedselketens-voedselwebben-voedselpiramides;
  • symbiose, parasitisme, commensalisme, mutualisme, antibiose, groepsvorming;
  • energiedoorstroming en materiekringlopen, energieflux; N-, S-, C- en P-cyclus;
  • invloed van de mens op milieu, duurzame ontwikkeling …

Prikkelbaarheid
  • reacties, de coördinatie en regulatie van levensprocessen via het hormonaal- en zenuwstelsel;
  • zenuwstelsel: receptoren van prikkels, bouw en werking van zintuigen, soorten prikkels; hersenen, bouw en werking van de zenuwcel; prikkel/impulsgeleiding; reflexboog;
  • hormonaal stelsel: principes van de werking van hormonen;
  • aangeleerd en aangeboren gedrag. 

Fysiologie en anatomie
  • skelet: beenderen van schedel, romp, ledematen; gewrichten; botweefsel; opbouw en afbraak van beenweefsel (beenvorming); kraakbeen; soorten beenderen (lange, platte, korte, onregelmatige)
  • spierstelsel: macroscopische structuur van spier; microscopische structuur van dwarsgestreept, glad en hartspierweefsel; werking dwarsgestreept en glad spierweefsel; relatie spiercontractie – energie
  • beweging is samenwerking tussen skelet, spierstelsel en zenuwstelsel 

De cel
  • lichtmicroscopische studie van de plantaardige en dierlijke cel: kern, kernlichaampjes, bladgroenkorrels, zetmeelkorrels, vacuolen, chromoplasten, oliedruppels ...;
  • submicroscopische structuur van plantaardige en dierlijke cellen: celkern, mitochondriën, ribosomen, endoplasmatisch reticulum, chloroplasten, Golgiapparaat, celmembraan ...;
  • celstofwisseling: opbouw- en afbraakprocessen (aandacht voor de relatie bouw – functie);
  • metabolisme van sachariden (koolhydraten), lipiden (vetten) en proteïnen (eiwitten);
  • fotosynthese, met inbegrip van de biochemie van dit proces (vereenvoudigde lichtreacties);
  • aërobe en anaërobe ademhaling, met inbegrip van de biochemie van deze processen (vereenvoudigd);
  • transport van ionen, kleine moleculen en water op celniveau: passief transport (osmose en diffusie) en actief transport (fagocytose, pinocytose). 

Biosystematiek
  • belangrijke kenmerken van de domeinen en rijken, o.a. driedomeinensysteem (Archaea, Bacteria en Eukarya);
  • kenmerken van prokaryoten en eukaryoten;